Naar inhoud springen

doorbloedde

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 3 jun 2018 om 09:42 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *door·bloed·de {{-verb-|0}} {{ovt-enk-bij...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • door·bloed·de
vervoeging van
doorbloeden

doorbloedde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van doorbloeden
    • ... dat ik doorbloedde. 
    • ... dat jij doorbloedde. 
    • ... dat hij, zij, het doorbloedde. 
vervoeging van
doorbloeden

doorbloedde

  1. enkelvoud verleden tijd van doorbloeden
    • Ik doorbloedde. 
    • Jij doorbloedde. 
    • Hij, zij, het doorbloedde.