doorberekent
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- door·be·re·kent
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doorberekenen |
doorberekent
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorberekenen
- ... dat jij doorberekent.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorberekenen
- ... dat hij doorberekent.