doorbereken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: doorbereken (hulp, bestand)
Woordafbreking
- door·be·re·ken
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doorberekenen |
doorbereken
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorberekenen
- ... dat ik doorbereken.