Naar inhoud springen

doodvochten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dood·voch·ten

Werkwoord

vervoeging van
doodvechten

doodvochten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doodvechten
    • ...dat wij doodvochten. 
    • ...dat jullie doodvochten. 
    • ...dat zij doodvochten.