Naar inhoud springen

doodvecht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dood·vecht

Werkwoord

vervoeging van
doodvechten

doodvecht

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodvechten
    • ... dat ik doodvecht. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodvechten
    • ... dat jij doodvecht. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodvechten
    • ... dat hij doodvecht.