Naar inhoud springen

doodhongert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dood·hon·gert

Werkwoord

vervoeging van
doodhongeren

doodhongert

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodhongeren
    • ... dat jij doodhongert. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodhongeren
    • ... dat hij doodhongert. 

Gangbaarheid