donderde af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: donderde af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- don·der·de af
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afdonderen |
donderde af
- enkelvoud verleden tijd van afdonderen
- Ik donderde af.
- Jij donderde af.
- Hij, zij, het donderde af.
- Ik donderde af.