Naar inhoud springen

doleerde

Uit WikiWoordenboek
Versie door DifoolBot (overleg | bijdragen) op 15 feb 2016 om 22:41 (audio nld)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • do·leer·de
vervoeging van
doleren

doleerde

  1. enkelvoud verleden tijd van doleren
    • Ik doleerde. 
    • Jij doleerde. 
    • Hij, zij, het doleerde.