Naar inhoud springen

doldraaide

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 3 jun 2018 om 09:42 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *dol·draai·de {{-verb-|0}} {{ovt-enk-bijz...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • dol·draai·de
vervoeging van
doldraaien

doldraaide

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van doldraaien
    • ... dat ik doldraaide. 
    • ... dat jij doldraaide. 
    • ... dat hij, zij, het doldraaide.