dokážou

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /dɔkaːʒoʊ̯/
Woordafbreking
  • do·ká·žou

Werkwoord

dokážou

  1. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het (im)perfectieve werkwoord dokázat