dojíte

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /dɔjiːtɛ/
Woordafbreking
  • do·jí·te

Werkwoord

dojíte

  1. formeel tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord dojit
  2. tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord dojit

Werkwoord

dojíte

  1. formeel tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord dojíst
  2. tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord dojíst