dojí
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /dɔjiː/
Woordafbreking
- do·jí
Werkwoord
dojí
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van dojit
- derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord dojit
Werkwoord
dojí
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het perfectieve werkwoord dojíst