dispergeerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dis·per·geer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dispergeren |
dispergeerden
- meervoud verleden tijd van dispergeren
- Wij dispergeerden.
- Jullie dispergeerden.
- Zij dispergeerden.
- Wij dispergeerden.
vervoeging van |
---|
dispergeren |
dispergeerden