disfrazó

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
disfrazar

disfrazó

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito indefinido) van disfrazar
vervoeging van
disfrazarse

disfrazó

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito indefinido) van disfrazarse