disciplineerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dis·ci·pli·neer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
disciplineren |
disciplineerden
- meervoud verleden tijd van disciplineren
- Wij disciplineerden.
- Jullie disciplineerden.
- Zij disciplineerden.
- Wij disciplineerden.
Gangbaarheid
- Het woord disciplineerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.