diepvriest

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • diep·vriest

Werkwoord

vervoeging van
diepvriezen

diepvriest

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van diepvriezen
    • ... dat jij diepvriest. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van diepvriezen
    • ... dat hij diepvriest.