Naar inhoud springen

dichtrijdt

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 28 jun 2017 om 00:30 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *dicht·rijdt {{-verb-|0}} {{2ps-bijz|dicht...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • dicht·rijdt
vervoeging van
dichtrijden

dichtrijdt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtrijden
    • ... dat jij dichtrijdt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtrijden
    • ... dat hij dichtrijdt.