Naar inhoud springen

dichtklapten

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 12 mei 2017 om 14:58 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *dicht·klap·ten {{-verb-|0}} {{ovt-mv-bij...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dicht·klap·ten

Werkwoord

vervoeging van
dichtklappen

dichtklapten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van dichtklappen
    • ...dat wij dichtklapten. 
    • ...dat jullie dichtklapten. 
    • ...dat zij dichtklapten.