Naar inhoud springen

dichtklap

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 12 mei 2017 om 14:57 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *dicht·klap {{-verb-|0}} {{1ps-bijz|dichtk...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dicht·klap

Werkwoord

vervoeging van
dichtklappen

dichtklap

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtklappen
    • ... dat ik dichtklap.