deterioreerden
Uiterlijk
- de·te·rio·reer·den
vervoeging van |
---|
deterioreren |
deterioreerden
- meervoud verleden tijd van deterioreren
- Wij deterioreerden.
- Jullie deterioreerden.
- Zij deterioreerden.
- Wij deterioreerden.
- Het woord 'deterioreerden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.