Naar inhoud springen
Hoofdmenu
Hoofdmenu
naar zijbalk verplaatsen
verbergen
Navigatie
Hoofdpagina
Recente wijzigingen
Nieuwe pagina's
Willekeurig woord
Willekeurig NL woord
Woord begint met ...
Categorieën
Informatie
De kroeg
Hulp
Helpdesk
Zusterprojecten
Wikibooks
Wikinieuws
Wikipedia
Wikiquote
Wikisource
Commons
Zoeken
Zoeken
Financieel bijdragen
Uiterlijk
Account aanmaken
Aanmelden
Persoonlijke hulpmiddelen
Account aanmaken
Aanmelden
Pagina's voor uitgelogde redacteuren
meer lezen
Bijdragen
Overleg
destrozar/vervoeging
Talen toevoegen
Pagina
Overleg
Nederlands
Lezen
Bewerken
Geschiedenis weergeven
Hulpmiddelen
Hulpmiddelen
naar zijbalk verplaatsen
verbergen
Handelingen
Lezen
Bewerken
Geschiedenis weergeven
Algemeen
Links naar deze pagina
Gerelateerde wijzigingen
Bestand uploaden
Speciale pagina's
Permanente koppeling
Paginagegevens
Deze pagina citeren
Verkorte URL verkrijgen
QR-code downloaden
Afdrukken/exporteren
Boek aanmaken
Downloaden als PDF
Afdrukversie
In andere projecten
Uiterlijk
naar zijbalk verplaatsen
verbergen
Uit WikiWoordenboek
Versie door
AnnabelsBot
(
overleg
|
bijdragen
)
op 27 jun 2012 om 19:35
(fix (de wet van ...))
(
wijz
)
← Oudere versie
| Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
vervoeging
van het Spaanse werkwoord
destrozar
Infinitief
(
infinitivo
)
Voltooid deelwoord
(
participio
)
Onvoltooid deelwoord
(
gerundio
)
destrozar
destrozado
destrozando
Aantonende wijs
(
modo indicativo
)
presente
pretérito imperfecto
pretérito indefinido
futuro
condicional
yo
destrozo
yo
destrozaba
yo
destrocé
yo
destrozaré
yo
destrozaría
tu
destrozas
tu
destrozabas
tu
destrozaste
tu
destrozarás
tu
destrozarías
él, ella, usted
destroza
él, ella, usted
destrozaba
él, ella, usted
destrozó
él, ella, usted
destrozará
él, ella, usted
destrozaría
nosotros, nosotras
destrozamos
nosotros, nosotras
destrozábamos
nosotros, nosotras
destrozamos
nosotros, nosotras
destrozaremos
nosotros, nosotras
destrozaríamos
vosotros, vosotras
destrozáis
vosotros, vosotras
destrozabais
vosotros, vosotras
destrozasteis
vosotros, vosotras
destrozaréis
vosotros, vosotras
destrozaríais
ellos, ellas, ustedes
destrozan
ellos, ellas, ustedes
destrozaban
ellos, ellas, ustedes
destrozaron
ellos, ellas, ustedes
destrozarán
ellos, ellas, ustedes
destrozarían
Aanvoegende wijs
(
modo subjuntivo
)
Gebiedende wijs
(
modo imperativo
)
presente
pretérito imperfecto
futuro
bevestigend
ontkennend
yo
destroce
yo
destrozara
destrozase
yo
destrozare
—
—
—
tu
destroces
tu
destrozaras
destrozases
tu
destrozares
tu
destroza
no
destroces
él, ella, usted
destroce
él, ella, usted
destrozara
destrozase
él, ella, usted
destrozare
él, ella, usted
destroce
no
destroce
nosotros, nosotras
destrocemos
nosotros, nosotras
destrozáramos
destrozásemos
nosotros, nosotras
destrozáremos
nosotros, nosotras
destrocemos
no
destrocemos
vosotros, vosotras
destrocéis
vosotros, vosotras
destrozarais
destrozaseis
vosotros, vosotras
destrozareis
vosotros, vosotras
destrozad
no
destrocéis
ellos, ellas, ustedes
destrocen
ellos, ellas, ustedes
destrozaran
destrozasen
ellos, ellas, ustedes
destrozaren
ellos, ellas, ustedes
destrocen
no
destrocen
Categorie
:
Vervoeging in het Spaans