desinvesteerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- des·in·ves·teer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
desinvesteren |
desinvesteerde
- enkelvoud verleden tijd van desinvesteren
- Ik desinvesteerde.
- Jij desinvesteerde.
- Hij, zij, het desinvesteerde.
- Ik desinvesteerde.