desactiveerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • des·ac·ti·veer·den

Werkwoord

vervoeging van
desactiveren

desactiveerden

  1. meervoud verleden tijd van desactiveren
    • Wij desactiveerden. 
    • Jullie desactiveerden. 
    • Zij desactiveerden.