deputeerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: deputeerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·pu·teer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
deputeren |
deputeerden
- meervoud verleden tijd van deputeren
- Wij deputeerden.
- Jullie deputeerden.
- Zij deputeerden.
- Wij deputeerden.