dehydreerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·hy·dreer·de

Werkwoord

vervoeging van
dehydreren

dehydreerde

  1. enkelvoud verleden tijd van dehydreren
    • Ik dehydreerde. 
    • Jij dehydreerde. 
    • Hij, zij, het dehydreerde.