deformeerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·for·meer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
deformeren |
deformeerden
- meervoud verleden tijd van deformeren
- Wij deformeerden.
- Jullie deformeerden.
- Zij deformeerden.
- Wij deformeerden.
vervoeging van |
---|
deformeren |
deformeerden