deelhad

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • deel·had

Werkwoord

vervoeging van
deelhebben

deelhad

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van deelhebben
    • ... dat ik deelhad. 
    • ... dat jij deelhad. 
    • ... dat hij, zij, het deelhad.