deed samen
Uiterlijk
- Geluid: deed samen (hulp, bestand)
- deed sa·men
vervoeging van |
---|
samendoen |
deed samen
- enkelvoud verleden tijd van samendoen
- Ik deed samen.
- Jij deed samen.
- Hij, zij, het deed samen.
- Ik deed samen.
- Het woord deed samen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.