deconfessionaliseerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·con·fes·si·o·na·li·seer·den

Werkwoord

vervoeging van
deconfessionaliseren

deconfessionaliseerden

  1. meervoud verleden tijd van deconfessionaliseren
    • Wij deconfessionaliseerden. 
    • Jullie deconfessionaliseerden. 
    • Zij deconfessionaliseerden.