decomprimeerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·com·pri·meer·den

Werkwoord

vervoeging van
decomprimeren

decomprimeerden

  1. meervoud verleden tijd van decomprimeren
    • Wij decomprimeerden. 
    • Jullie decomprimeerden. 
    • Zij decomprimeerden.