declutterde
Uiterlijk
- Geluid: declutterde (hulp, bestand)
- de·clut·ter·de
vervoeging van |
---|
declutteren |
declutterde
- enkelvoud verleden tijd van declutteren
- Ik declutterde.
- Jij declutterde.
- Hij, zij, het declutterde.
- Ik declutterde.
- Het woord declutterde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.