Naar inhoud springen
Hoofdmenu
Hoofdmenu
naar zijbalk verplaatsen
verbergen
Navigatie
Hoofdpagina
Recente wijzigingen
Nieuwe pagina's
Willekeurig woord
Willekeurig NL woord
Woord begint met ...
Categorieën
Informatie
De kroeg
Hulp
Helpdesk
Financieel bijdragen
Zusterprojecten
Wikibooks
Wikinieuws
Wikipedia
Wikiquote
Wikisource
Commons
Zoeken
Zoeken
Account aanmaken
Aanmelden
Persoonlijke hulpmiddelen
Account aanmaken
Aanmelden
Pagina's voor uitgelogde redacteuren
meer lezen
Bijdragen
Overleg
declamar/vervoeging
Talen toevoegen
Pagina
Overleg
Nederlands
Lezen
Bewerken
Geschiedenis weergeven
Hulpmiddelen
Hulpmiddelen
naar zijbalk verplaatsen
verbergen
Handelingen
Lezen
Bewerken
Geschiedenis weergeven
Algemeen
Links naar deze pagina
Gerelateerde wijzigingen
Bestand uploaden
Speciale pagina's
Permanente koppeling
Paginagegevens
Deze pagina citeren
Verkorte URL verkrijgen
QR-code downloaden
Afdrukken/exporteren
Boek aanmaken
Downloaden als PDF
Afdrukversie
In andere projecten
Uit WikiWoordenboek
Versie door
AnnabelsBot
(
overleg
|
bijdragen
)
op 7 nov 2011 om 10:42
(telling)
(
wijz
)
← Oudere versie
| Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
vervoeging
van het Spaanse werkwoord
declamar
Infinitief
(
infinitivo
)
Voltooid deelwoord
(
participio
)
Onvoltooid deelwoord
(
gerundio
)
declamar
declamado
declamando
Aantonende wijs
(
modo indicativo
)
presente
pretérito imperfecto
pretérito indefinido
futuro
condicional
yo
declamo
yo
declamaba
yo
declamé
yo
declamaré
yo
declamaría
tu
declamas
tu
declamabas
tu
declamaste
tu
declamarás
tu
declamarías
él, ella, usted
declama
él, ella, usted
declamaba
él, ella, usted
declamó
él, ella, usted
declamará
él, ella, usted
declamaría
nosotros, nosotras
declamamos
nosotros, nosotras
declamábamos
nosotros, nosotras
declamamos
nosotros, nosotras
declamaremos
nosotros, nosotras
declamaríamos
vosotros, vosotras
declamáis
vosotros, vosotras
declamabais
vosotros, vosotras
declamasteis
vosotros, vosotras
declamaréis
vosotros, vosotras
declamaríais
ellos, ellas, ustedes
declaman
ellos, ellas, ustedes
declamaban
ellos, ellas, ustedes
declamaron
ellos, ellas, ustedes
declamarán
ellos, ellas, ustedes
declamarían
Aanvoegende wijs
(
modo subjuntivo
)
Gebiedende wijs
(
modo imperativo
)
presente
pretérito imperfecto
futuro
bevestigend
ontkennend
yo
declame
yo
declamara
declamase
yo
declamare
—
—
—
tú
declames
tú
declamaras
declamases
tú
declamares
tú
declama
no
declames
él, ella, usted
declame
él, ella, usted
declamara
declamase
él, ella, usted
declamare
él, ella, usted
declame
no
declame
nosotros, nosotras
declamemos
nosotros, nosotras
declamáramos
declamásemos
nosotros, nosotras
declamáremos
nosotros, nosotras
declamemos
no
declamemos
vosotros, vosotras
declaméis
vosotros, vosotras
declamarais
declamaseis
vosotros, vosotras
declamareis
vosotros, vosotras
declamad
no
declaméis
ellos, ellas, ustedes
declamen
ellos, ellas, ustedes
declamaran
declamasen
ellos, ellas, ustedes
declamaren
ellos, ellas, ustedes
declamen
no
declamen
Categorie
:
Vervoeging in het Spaans
Beperkte inhoudsbreedte omschakelen