daube
Uiterlijk
daube v
- (spreektaal) iets waardeloos
- «J’ai matté la télé, une grosse daube de téléfilm qui m’a endormi.»
- Ik tv gekeken, naar een waardeloze film waarvan ik in slaap viel. [1]
- «J’ai matté la télé, une grosse daube de téléfilm qui m’a endormi.»