dates

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dates

Zelfstandig naamwoord

de datesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord date


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
datar

dates

  1. aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van datar
  2. gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van datar