důvěřují

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /duːvjɛr̝ʊjiː/
Woordafbreking
  • dů·vě·řu·jí

Werkwoord

důvěřují

  1. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord důvěřovat
Synoniemen