děsil

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /ɟɛsɪl/
Woordafbreking
  • dě·sil

Werkwoord

děsil

  1. mannelijk derde persoon enkelvoud verleden tijd van het imperfectieve werkwoord děsit
  2. mannelijk enkelvoud actief deelwoord van het imperfectieve werkwoord děsit