děsí

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /ɟɛsiː/
Woordafbreking
  • dě·sí

Werkwoord

děsí

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord děsit
  2. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord děsit