creosoteer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: creosoteer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- cre·o·so·teer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
creosoteren |
creosoteer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van creosoteren
- Ik creosoteer.
- gebiedende wijs van creosoteren
- Creosoteer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van creosoteren
- Creosoteer je?
Gangbaarheid
- Het woord creosoteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.