Naar inhoud springen

contextualiseerde

Uit WikiWoordenboek
  • con·tex·tu·a·li·seer·de
vervoeging van
contextualiseren

contextualiseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van contextualiseren
    • Ik contextualiseerde. 
    • Jij contextualiseerde. 
    • Hij, zij, het contextualiseerde.