conspireerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·spi·reer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
conspireren |
conspireerden
- meervoud verleden tijd van conspireren
- Wij conspireerden.
- Jullie conspireerden.
- Zij conspireerden.
- Wij conspireerden.
vervoeging van |
---|
conspireren |
conspireerden