consigneer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: consigneer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- con·sig·neer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
consigneren |
consigneer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van consigneren
- Ik consigneer.
- gebiedende wijs van consigneren
- Consigneer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van consigneren
- Consigneer je?