condenseer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: condenseer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- con·den·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
condenseren |
condenseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van condenseren
- Ik condenseer.
- gebiedende wijs van condenseren
- Condenseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van condenseren
- Condenseer je?