commentarieerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·men·ta·ri·eer·den

Werkwoord

vervoeging van
commentariëren

commentarieerden

  1. meervoud verleden tijd van commentariëren
    • Wij commentarieerden. 
    • Jullie commentarieerden. 
    • Zij commentarieerden.