colloqueerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • col·lo·queer·de

Werkwoord

vervoeging van
colloqueren

colloqueerde

  1. enkelvoud verleden tijd van colloqueren
    • Ik colloqueerde. 
    • Jij colloqueerde. 
    • Hij, zij, het colloqueerde.