coadjutoren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: coadjutoren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- co·ad·ju·to·ren
Zelfstandig naamwoord
de coadjutoren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord coadjutor
Gangbaarheid
- Het woord coadjutoren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.