cicatrizasteis

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
cicatrizar

cicatrizasteis

  1. tweede persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van cicatrizar
vervoeging van
cicatrizarse

cicatrizasteis

  1. tweede persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van cicatrizarse