chloreerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: chloreerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- chlo·reer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
chloreren |
chloreerden
- meervoud verleden tijd van chloreren
- Wij chloreerden.
- Jullie chloreerden.
- Zij chloreerden.
- Wij chloreerden.