chançard
Frans
Uitspraak
Zelfstandig naamwoord
chançard m
- (spreektaal) bofkont, mazzelaar
- «Ch’uis un chançard d'avoir appris le céfran, ça, je l’ai bien pigé.»
- Ik ben een echte bofkont Frans te hebben geleerd, dat heb ik goed begrepen. [1]
- «Ch’uis un chançard d'avoir appris le céfran, ça, je l’ai bien pigé.»
Verwante begrippen
- vrouwelijke vorm van chançarde