censeerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cen·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
censeren |
censeerde
- enkelvoud verleden tijd van censeren
- Ik censeerde.
- Jij censeerde.
- Hij, zij, het censeerde.
- Ik censeerde.
vervoeging van |
---|
censeren |
censeerde