cauteriseerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cau·te·ri·seer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
cauteriseren |
cauteriseerden
- meervoud verleden tijd van cauteriseren
- Wij cauteriseerden.
- Jullie cauteriseerden.
- Zij cauteriseerden.
- Wij cauteriseerden.